Beschrijving
1627, The Hague, manuscript (Dutch), 2 leaves (1 folded outer leaf and a single leaf with ear in the center, held together with some string at the top and bottom), 5 pp., in a white wrapper inside a blue folder. This manuscript is from the collection of A. Hielkema (Leeuwarden). He provided the manuscript with a description of the content and a full transcription. This manuscript provides legal advice in the situation of Dirck Boonszoon and the under aged grandson he leaves behind with his passing.
The description in Dutch by A. Hielkema:
Juridisch advies van rechtsgeleerde J.Vermeren over rechtmatigheid van voogdij door de schout van Maasland.Dirck Boonszoon en Leuntgen Mairtensdochter, echtelieden, wonende in Maasland hebben op 11 september 1624 hun testament gepasseerd voor notaris Henrick Vockestairt en zekere getuigen binnen Delft, waarbij zij elk van hun kinderen (gehuwd en ongehuwd) 4000 gulden hebben vermaakt (en bij representatie ook de zoon van hun overleden zoon Mairten Dircxzoon) en de langstlevende van hen beiden geinstitueerd hebben in de verdere goederen, met uitsluiting van schouten, gerechten en weeskamers, ongeacht waar het sterfhuis valt of waar hun onmondige erfgenamen mochten wonen.Dirck Boonszoon is als eerste komen te overlijden, nalatende zijn meerderjarige kinderen en zijn minderjarige kleinzoon, die in Vlaardingerambacht onder voogdij is gestelt (al bij het leven van Dirck Boonszoon). Deze voogden hebben de seclusie ter kennis gebracht van het gerecht van Vlaardingerambacht, waar de minderjarige kleinzoon in protectie is genomen en niet te Maasland, waar geen minderjarige erfgenamen wonen. De schout van Maasland heeft zich echter opgeworpen als voogd over de minderjarige kleinzoon en de weduwe van Dirck Boonszoon daarop in rechte aangesproken. Vermeren betwist deze stap van de schout van Maasland, zelfs al zou er geen sprake geweest zijn van seclusie van de weeskamer, omdat de schout niets te zeggen heeft over weeskinderen buiten zijn jurisdictie en bovendien met zijn actie allerlei procedurele regels overtreedt, waarbij onnodige kosten gemaakt moeten worden. Aldus geadviseert in 's Gravenhage 27 april 1627