Beschrijving
1662, The Hague, manuscript (Dutch), 3 folded leaves in three white wrappers inside a blue folder. This manuscript is from the collection of A. Hielkema (Leeuwarden). He provided the manuscript with a description of the content and a full transcription. This manuscript provides legal advice by three legal scholars concerning possible transport fraude.
The description in Dutch by A. Hielkema:
Juridisch advies van rechtsgeleerde w.van Strijen inzake mogelijke frauduleuze transporten in verband met een faillissement.Thieleman Coris en zijn broer Gerard Goris hebben op 11 augustus 1661 aan hun schoonmoeder Elisabeth van Duren al hun wijnen en azijnen en wijnverlatersgereedschap getransporteerd, inclusief reeds bestelde wijnen uit Nantes en lopende contracten voor rekening van hun gemeenschappelijke compagnie met Cudde Abrahama en Claes Jans Ritsert. Bij een tweede transport, d.d 18 augustus 1661, hebben zij bepaalde goederen uit het eerste transport vervreemd en andere daarvoor in de plaats gesteld en voorts alle goederen overgegeven aan hun schoonmoeder voor een somme van 8000 gulden, waarvan 3000 in contant en 5000 op borgtocht van Johan van Lent ten behoeve van Theodorus Pelt; deze schuld is bij dit transport door Elisabeth van Duren overgenomen. Twee dagen na het tweede transport hebben transportanten de sleutel van het pakhuis aan hun schoonmoeder overgegeven. De gebroeders Goris zijn vervolgens, nadat zij nog enige dagen de beura hadden bezocht, insolvent verklaard. Centraal in het advies van W.van Strijen staat de vraag of het tweede transport rechtmatig is geweest. Uitgaande van de deugdelijkheid van de schuld komt Van Strijen tot de conclusie dat zowel het eerste als het tweede transport rechtsgeldig zijn voor zover de waarde van de getransporteerde goederen de koopsom niet overschrijden. Van fraude kan vooralsnog geen sprake zijn, noch wat de deugdelijkheid van de schuld betreft noch de eigendom van de getransporteerde goederen.Aldus geadviseert in 's Gravenhage 25 maart 1662Juridisch advies van rechtsgeleerde Casper Fagel inzake mogelijke frauduleuze transporten in verband met een faillissement.Rechtsgeleerde Fagel komt in dezelfde zaak als boven tot het advies, dat het eerste transport van de gebroeders Goris aan Elisabeth van Duren, weduwe van Floris van Hooghkercke, rechtmatig was en dat Elisabeth van Duren gerechtigd is om de getransporteerde goederen aan te nemen en als eigenaresse op te treden. Ook kan men niet stellen dat het eerste transport door het tweede vernietigd zou zijn, aangezien de overdracht van goederen geschied is in voldoening van een deugdelijke schuld van de gebroeders Goris aan hun schoonmoeder. Om fraude aan te tonen zou aangetoond moeten worden, dat de transportanten en getransporteerde vooraf wetenschap hebben gehad van de veronderstelde insolventie en bewust fraude wilden plegen. Aldus geadviseert in 's Gravenhage 27 maart 1662Juridisch advies van rechtsgeleerde C.de Neijn inzake mogelijke frauduleuze transporten in verband met een faillissement.Ook rechtsgeleerde De Neijn komt in bovenstaande zaak tot de conclusie dat het eerste transport valide is geweest, mede op grond van de overdracht van de sleutel van het pakhuis, ook is dit eerste transport niet door het tweede ten niet gedaan en ten aanzien van een mogelijke fraude dient bewezen te worden dat zowel Elisabeth van Duren als de gebroeders Goris ten tijde van de twee transporten geweten hadden dat zij insolvent waren en dat zij erop waren de verdere crediteuren te benadelen.Aldus geadviseert in 's Gravenhage 26 maart 1662
