Beschrijving
1663, The Hague, manuscript (Dutch), 1 folded leaf in a white wrapper inside a blue folder. This manuscript is from the collection of A. Hielkema (Leeuwarden). He provided the manuscript with a description of the content and a full transcription. This manuscript provides legal advice in the case of Elisabeth Lups and the administration and responsibilities concerning her various inheritances.
The description in Dutch by A. Hielkema:
Uitspraak van het hof van Holland over beheer van goederen door voogden, door de raadslieden Johan Dedel, Aelbrecht Mierop, Adriaon Pauw, Pieter Ockers, Cornelis Famius en Johan van den Honnert.Uit kracht van randbesluit van het hof van Holland d.d 29 mei 1662 op vorzoekschrift van Hillegonda Menten wonende te Rotterdam voor haar zelf en voor andere familieleden van moedera zijde van Elisabeth Lups verschijnen de volgende partijen voor commissaris Aelbrecht Nierop en zijn ad junct Willem van Alphen: Hillegonda Menten, bijgestaan door de advocaten Aernout Lantsbergen en Wouter Goutappel ter ene zijde en Covert Lups en Jochim Jacobaz. (door weesmeesters van Amsterdam aangestelde voogd over Elisabeth Lups), bijgestaan door de advocaten Rem van Limburg en Marten Duijn ter andere zijde.Elisabeth Lups is de nagelaten dochter van Liisbeth Menten, die con dochter is geweest van Ment Picterse, in leven koopman te Delfshaven en zij is per testamentaire dispositie d.d 14 maart 1630 door haar grootvader onder fidei-commis benoemd tot erfgenaam van een zeker gedeelte van zijn nalatenschap, waarbij hij tot haar voogden benoemd heeft haar ooms Pieter en Jan Menten en bij vooroverlijden van een van hen zijn zwager [schoonzoon] Cornelis Leenderse Kejser. In de praktijk heeft. Ilillegonda Menten de administratie gevoerd over de grootvaderlijke erfenis van Elisabeth Lups, waaruit ook haar alimentatie betaald is. Omdat Elisabeth laps bij verschillende families in Delft, Rotterdam, Delfshaven en ook te Amsterdam bij haar stiefmoeder uitbesteed is geweest en haar ook nog erfenissen zijn aangekomen van haar tantes Marretjen en Trijntje Menten, is er onduidelijkheid ontstaan over de administratie van haar goederen en de verantwoordelijkheid over bet bewind van haar goederen. Bovendien is Elisabeth Lups inmiddels meerderjarig geworden maar gezien haar zwakke verstand behoeft zij toezicht en voogdij. Govert Lups, haar halfbroer in Amsterdam en Jacob Jochimaz. (gestelde voogd door de weesmeesters van Amsterdam) eisen opening van zaken van Hillegonda Menten. Zij zegt toe verantwoording te willen afleggen, maar alleen voor zover het de grootvaderlijke goederen van Elisabeth Lups betreft. Argumenten over en weer worden in diverse sessies voor de commissaris uitgewisseld en uiteindelijk spreekt het hof als oordeel uit, dat Hillegonda Menten aan Jochim Jacobsz. een behoorlijke staat en inventaris moet leveren van de goederen die Elisabeth Lups zijn aanbestorven voor zover zij met deze administratie van doen heeft gehad. Voorts dient zij te leveren behoorlijke rekening, bewija en reliqua.d.d Den Haag 22 juni 1663


