Aanspraak aan de leden van Haarlems vrycorps, gedaan naa deszelfs afvuuring op den 29sten augustus MDCCLXXXVI. Haarlem, J. van Walré, 1786.

Met “afvuren” wordt het afsluiten van de schietoefeningen bedoeld. De dichter was een van de kapiteins van het Haarlemse vrijkorps ‘Pro aris et focis’. Jan van Walré (Haarlem 1759 – Haarlem 1837) was boekhandelaar, maar kon zich vanaf 1782 dankzij een grote erfenis vrijwel ongestoord bezighouden met zijn liefhebberijen: de dichtkunst en het toneel. Hij was oprichter (met Adriaan Loosjes) en directeur van het amateurtoneel ‘Leerzaam Vermaak’, voorzag het gezelschap van stukken en speelde zelf vaak de hoofdrol, waarbij hij niet voor beroepsacteurs moet hebben ondergedaan. Van Walré heeft een vijftiental toneelstukken geschreven, bijna allemaal blij- en zangspelen, en vele, vaak “luimige” gedichten. Behalve van ‘Leerzaam vermaak’ was deze “onvermoeibare feestganger en patriot” (Schravendeel in ‘De verborgen wereld van Democriet’) ook de ziel van het kolderieke dichtgenootschap ‘Democriet’ en een vooraanstaand lid van de Haarlemse vrijmetselaarsloge ‘Vicit Vim Victus’.