Zangbundel met luchtige, amoureuze liedjes. Het gaat om een nadruk van het gelijknamige liedboekje dat in 1742 was uitgekomen bij Jan van den Bergh in Den Haag. Volgens het met R.E.W. ondertekend voorwoord moest het als een vervolg worden gezien op een eerder in 1742 bij deze zelfde uitgever verschenen ‘kermis-gift’, die grif van de hand was gegaan. In een nawoord, ondertekend door “sekretaris Bokkalini” (wellicht verbergt zich achter de letters R.E.W. een Haags dichtgenootschap) wordt de spot gedreven met een concurrerend zangbundeltje, ‘St. Nicolaas Gift’ getiteld. Het wordt een “samenschrapsel” genoemd dat dan ook door dichtgod Apollo “met een grooten plof in den Poel der Vergetelheyd” is geworpen. Ook deze “nieuwjaars-gift” voorzag duidelijk in een behoefte, want zowel Jan van den Bergh als Hendrik Walpot herdrukten hun uitgave (resp. in 1745 en 1750). Er is ook nog een tweede deel verschenen van de nieuwe-jaars-gift, in 1753 bij de Rotterdammer Hendrik Masonier en twee jaar later bij de man bij wie het in 1742 allemaal was begonnen, Jan van den Bergh. De titelprent in deze uitgave van Walpot, die volgens Waller vervaardigd is door Johan Schauberg (1717-1760), toont hoe Apollo neerdaalt uit den hoge om de bundeltjes uit te delen. De illustratie is duidelijk een kopie van de plaat in de Haagse ‘nieuwejaars-giften’ van Van den Bergh, waarvan D.J. Martini de maker is.