Nieuwe zoekopdracht

Niet tevreden met de zoekresultaten hieronder? Probeer het dan nogmaals:

1 zoekresultaat voor:

1

De Geusen. Amsterdam, Adrianus Hupkes. 1772.

De beroemde en beruchte Friese edelman Onno Zwier van Haren (Leeuwarden 1713 – Wolvega 1779) maakte aanvankelijk een glanzende carrière als staatsman. Hij was de vriend en adviseur van stadhouder Willem IV. In 1746 werd hij zelfs benoemd tot voorzitter van de Raad van State. De beschuldiging van incest, in 1760 geuit door twee van zijn dochters, betekende het eind van zijn politieke, maar markeert het begin van zijn letterkundige carrière, waarvan ‘De Geusen’ het hoogtepunt vormt. Siegenbeek noemde het dichtwerk vijftig jaar later “een der schoonste en verhevenste sieraden onzer dichtkunst”. W.A.P. Smit noemt Van Haren een origineel, baanbrekend dichter, wiens epos dat eigenlijk geen epos is “de stoot heeft gegeven tot de opkomst van een vaderlands historie-epos”. In 1769 had Van Haren anoniem bij Ferwerda in Leeuwarden onder de titel ‘Aan het Vaderland’ een uitvoerig dichtwerk in twintig zangen laten verschijnen over de vrijheidsstrijd van de Hollanders onder Oranje. Hij noemde het zelf later een “ruwe schetz”, een voorstudie voor het – dan tot 24 zangen uitgebreide – dichtstuk ‘De Geusen’ dat in 1771 bij Simon Clement in Zwolle verscheen in een kleine privé-uitgave, alleen bedoeld om ten geschenke te geven. De hier aangeboden uitgave van de Amsterdammer Adrianus Hupkes is een nadruk van de uitgave van 1771 zonder toestemming van de auteur. Als reactie hierop verscheen nog in 1772 een tweede opnieuw gewijzigde en vermeerderde (publieke) druk bij Clement, wat voor het ‘Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen’ in Vlissingen aanleiding was Van Haren als “oopenbaare blyk van achting” tot “Bestierder” (directeur) van het genootschap te benoemen. En dat stimuleerde de auteur weer tot een verdere “verbeetering, vermeerdering en verciering” van zijn dichtwerk, waarvan het resultaat in 1776 verscheen, weer bij Clement in Zwolle, en met een opdracht aan zijn vrouw Adeleide, die bij de incestbeschuldigingen van 1760 de zijde van haar man had gekozen.