Nieuwe zoekopdracht

Niet tevreden met de zoekresultaten hieronder? Probeer het dan nogmaals:

1 zoekresultaat voor:

1

De Hollandsche Spectator. Amsterdam, Hermanus Uytwerf, [1731-1735] [12 dln in 6 bdn]

‘De Hollandsche Spectator’ is het bekendste en volgens velen ook het beste van de tientallen spectatoriale tijdschriften die Nederland in de achttiende eeuw heeft gekend. Het blad, en daarmee dus zijn redacteur Justus van Effen, fungeerde als een gezaghebbende zedenmeester, die de principes van de Verlichting (redelijkheid, tolerantie, sociabiliteit) vertaalde naar de burgers toe. Van Effen begon zijn spectator, die tevens zijn eerste Nederlandstalige publicatie was, in 1731 en heeft het bijna vier jaar volgehouden, aanvankelijk éénmaal, vanaf januari 1732 tweemaal per week. Enkele maanden na de stopzetting van het blad in april 1735 overleed hij. Tijdens de gehele periode heeft hij zijn identiteit verborgen weten te houden, evenals die van zijn medewerkers. Inmiddels zijn de namen van een achttal van hen bekend: Jakob Elias Michielsz, Pieter Merkman, Lucas Pater, Jan van Rijssen, Gerhard Schroder, Theodoor van Snakenburg, Willem Suderman en Pieter Adriaansz Verwer (Van Effens latere biograaf). Het overgrote deel van de in totaal 2880 pagina’s druks heeft Van Effen echter zelf geschreven. Bert van Selm heeft in zijn artikel over de drukgeschiedenis van ‘De Hollandsche Spectator’ aangetoond, dat er twee edities bestaan van de eerste druk; in de tweede helft van 1733 zijn de tot dan verschenen nummers nagedrukt om aan de grote vraag naar de uitgave in boekvorm te kunnen voldoen. Vanaf dat moment hield de drukker rekening met die overweldigende belangstelling voor het blad. Van Selm: “Ik acht het redelijk om bij de Nummers 212-360 te denken aan een oplaag van ca. 2000 exemplaren”. Daarmee was ‘De Hollandsche Spectator’ een goudmijntje voor Hermanus Uytwerf.