‘De letter-historie en boek-beschouwer’ begon januari 1763 als tweemaandelijks tijdschrift, maar verscheen vanaf mei iedere maand. Vanaf juli, bij de aanvang van het tweede deel, werd aan de titel het woord “konst” toegevoegd. Het blad hield eind 1764 op te bestaan; er waren toen 22 nummers, verzameld in 4 delen, verschenen. Uit het voorbericht van de uitgever bij dit tweede deel blijkt dat het blad vooral ook ten dienste wilde staan van universiteiten en “Konst- en Letter-Genootschappen”, maar de ontwikkelde, verlichte burger moet veel van zijn gading hebben gevonden in dit zeer gevarieerde tijdschrift, waarvan de samensteller zich bedient van het pseudoniem Urbanus. Het blad heeft spectatoriale trekjes, maar signaleert bijvoorbeeld ook nieuwe natuurwetenschappelijke en medische inzichten, compleet met gedetailleerde beschrijvingen van nieuwe operatietechnieken.