De Nederlandsche spectator. Leiden, Pieter van der Eyk, 1749-1760. [12 delen in 6 banden]

Complete set van deze tweewekelijkse spectator, waarvan in totaal 312 afleveringen zijn verschenen, elk van acht bladzijden. De onbekende redacteur geeft in de eerste aflevering een profielschets van enkele van zijn vrienden die hem zullen bijstaan: zij kennen hun talen, ieder van hen heeft een bijzondere deskundigheid, sommigen houden van poëzie en allen, de redacteur inbegrepen, zijn protestants, “dit is genoeg wat hun en my betreft”. De naam van één van zijn medewerkers is wel bekend geworden: de Alkmaarse rector en Neo-Latijns dichter E.W. Higt (1723 – 1762). Voorin elke jaargang staat een inhoudsopgave en deel XII bevat een index op alle delen. De titel is tegen het eind van de achttiende eeuw nog twee keer gebruikt: in 1786 voor een Amsterdams weekblad, maar uitgever J. Verlem (of redacteur H. Bergh) veranderde de naam al na 14 afleveringen in ‘De Nederlandsche spectator met de bril’, en in 1792 voor een Utrechts periodiek, uitgegeven door H. van Otterloo, waarvan 50 afleveringen zijn verschenen.