Nieuwe zoekopdracht

Niet tevreden met de zoekresultaten hieronder? Probeer het dan nogmaals:

1 zoekresultaat voor:

1

Het Buitenleven, in vier zangen. (Gevolgd naar l’Homme des champs, ou les Géorgiques françoises, van den abbé Delille.) Vertaald uit het Frans door Willem Bilderdijk. Rotterdam, Johannes Allart, 1803.

Dit didactisch dichtstuk over de natuur, dat dateert uit 1803 (de dichter woonde toen in ballingschap te Brunswijk) is opgedragen aan barones Bigot de Vilandrie geb. Van Herzeele. Zij behoorde met haar moeder en zuster tot Bilderdijks weldoeners in Brunswijk. In zijn voorrede noemt Bilderdijk het dichtwerk van Jacques Delille (1738-1813) verre van een meesterstuk, maar vooral opmerkelijk omdat het in goed Frans is geschreven, “het geen in onze dagen eene der grootste zeldzaamheden, en eene zeer ongemeene verdienste onder de Franschen geworden is”. Kalff prijst Bilderdijks vertaling: “De voorbeelden en toespelingen van het origineel zijn door de navolger met vernuft en talent genationaliseerd […] de Nederlandsche alexandrijnen doen niet onder voor de Franse of overtreffen ze; het stroef gewaand Nederlandsch vlijt zich in alle wendingen van het Fransch.” Bilderdijk heeft tal van Nederlandse voorbeelden in het gedicht gebracht. Zo spreekt hij op p. 77-78 over het uit het water gewonnen Stellendam, waarbij de dichter Voet als ambachtsheer een grote rol speelde.