Vijftig jaar na het verschijnen van de Camera Obscura was het volgens de auteur de hoogste tijd om met verklaringen te komen, gezien de vele vragen, soms zelfs “geheele lijsten van vragen”, die hem de afgelopen jaren waren gesteld over de Camera. Het boek bleek inderdaad “te voorzien in een behoefte”, want binnen vier weken was het uitverkocht. Daarmee was kennelijk de markt verzadigd, want van de snel opgelegde tweede druk bleef een groot deel onverkocht. Het boek bevat opstellen over de “nationale hoed”, over Rappo, over scholen, over een vierde klasse van het Kon. Ned. Instituut, over spoorwegen, lantaarnvullers etc. Pp. 129-215 bevatten een register op namen en trefwoorden, voorkomend in de 16e druk van de Camera en in deze uitgave ‘Na vijftig jaar’.