Nieuwe zoekopdracht

Niet tevreden met de zoekresultaten hieronder? Probeer het dan nogmaals:

1 zoekresultaat voor:

1

Nieuwe uitspruitsels. Rotterdam, J. Immerzeel junior, 1817.

In deze bundel onder meer het humoristische verhaal (naar Geoffrey Chaucer) van de haan Koekeloer die de vos te slim af is. Tijdgenoten dachten er heel verschillend over: zijn vriend Wiselius vond het kennelijk maar niets, want Bilderdijk schreef terug: “Omtrent Koekeloer hebt Gy volkomen recht, het onder prulleryen te tellen. Ik doe dit zelf ook.” Da Costa daarentegen vond het als “luimige vertelling nooit genoeg te waarderen”. Een verklaring voor de naam van de haan geeft een brief uit 1813 aan Jacob Grimm. Bilderdijk spreekt daar van een oud Nederlands liedje dat begint met: “Koekeloery heet mijn haan”, “nom tiré du cri”, een onomatopee dus. In 1956 is Koekeloer herdrukt voor de Wereldbibliotheek-vereniging samen met Bilderdijks navolging van een andere Chaucer-vertelling, Ridder Sox.