Waarachtige historie van ’t geslacht, geboorte, leven, bedrijf, gevangenisse, examinatie, bekentenisse, rechters, brieven, laatste woorden en dood, van wijlen den heer J. van Olden-barnevelt; ridder, heere van den Tempel, Berkel, Rodenrijs, advocaat en groot-zegel-bewaarder van Holland, &c. Neffens sijn remonstrantie aan haar ed groot mog. Mede de sententien van hem en de andere gevangene verciert met hare afbeeldzels na ’t leven, en andere Prenten, in ’t koper gesneden. Den tweeden druk, verbetert, van groote fouten gezuivert, en vermeerdert met verscheide dingen en eenige schriften van Jan Franken, laatst wacht-meester tot Amers-foort, en in zijn jonkheid dienaar van zijn edelheid tot zijne dood, nooit te voren gedrukt. Rotterdam, J. Naeranus, 1670.

Rotterdam Bibliopolis, pag. 126, nr. 170; Haitsma Mulier/van der Lem 228 a; Fruin, Verspr. Geschr. VII, pag. 470 e.v. Uitgebreide en verbeterde versie van het boekje uit 1669, met nieuwe (en betere) prenten. Het ’tweeden druk’ op de titelpagina slaat op deze druk uit 1669. Naeranus achtte de tekst blijkbaar te verschillend van zijn uitgaven uit 1648 en 1658 om ook die als vroegere drukken mee te tellen. Er bestaan ook exemplaren met het jaartal 1670 op de titelpagina en met vermelding derde, vierde (Rotterdam Bibliopolis, pag. 126, nr. 171) en vijfde druk, maar dit waren waarschijnlijk titeluitgaven van de drukken uit 1669 en 1670. In het hier aangeboden werk een gegraveerde titelpagina met een afbeelding van Oldenbarnevelt zittende in zijn cel, schrijvend aan zijn ‘verantwoording’ met de knecht Jan Francken op de achtergrond; voorts portretten van Oldenbarnevelt, Hoogerbeets en De Groot (door H. Bary naar M. Mierevelt); een ongesigneerd portret van Van Ledenberg; de bekende uitslaande prent van de executie van Oldenbarnevelt en een prent van het lijk van Van Ledenberg in een doodskist aan een galg (de beide laatste prenten ook ongesigneerd). Niet alleen het verhaal van knecht Francken is nieuw in deze druk, maar ook enkele deductiën van Oldenbarnevelts hand. Fruin deelt nog mee dat door de ‘waarschouwinge’ van Naeranus uit 1670 het boekje van Van der Straten slecht verkocht, waarop deze besloot om grotendeels dezelfde tekst onder een nieuwe titel en bij een andere uitgever (Jan Heindrikze te Rotterdam) als zogenaamde derde druk uit te brengen. Fruin concludeert dat ‘alleen de eerste uitgaaf in 4°, van 1648, geschiedkundige waarde heeft’. Wij zouden dat graag willen corrigeren: de titeluitgave van 1658 is aan het slot completer dan de uitgave uit 1648 en is als zodanig te prefereren. Het boekje uit 1670 van Naeranus, dus de zogenaamde tweede druk, geeft in een aantal bijlagen tal van nadere bijzonderheden en heeft -weliswaar in mindere mate- toch zeker ook historische waarde.