De titel ‘Wit en rood’ staat voor “witte lelien en blozende rozen” en dat beeld gebruikt Bilderdijk in het voorwoord om zijn eigen gedichten, “verouderde en verbleekte grauwtjens”, te stellen tegenover de “frischgekleurde tafereelen” van zijn echtgenote. Eigenlijk hadden deze twee delen bij de Dordtse uitgever Blussé zullen verschijnen, maar Bilderdijk werkte liever met Immerzeel “dan met den stijven, houten en smaakloozen B.” Die had overigens wel een mooi honorarium geboden van 21 gulden per blad (= 16 pagina’s). Immerzeel en het echtpaar Bilderdijk werden het eens over 400 gulden, wat neerkomt op 16,50 gulden per blad. _x000B_