De Wandsbecker bode (Proza). Vertaald uit het Duits door I.C. van Deventer. Haarlem, A.C. Kruseman, 1857-1858. [2 delen in 1 band]
€50,00
Vertaling van de ‘Wandsbecker Bothe’, het “tijdschrift” van de Duitse schrijver en dichter Matthias Claudius, waarvan tussen 1774 en 1812 acht afleveringen verschenen. In 1819 werden deze als de ‘Sämmtliche Werke des Wandsbecker Bothen’ in Hamburg uitgegeven. Claudius schreef aanvankelijk in de trant van de Engelse humoristische schrijver Laurence Sterne, maar naarmate de politieke en maatschappelijke onrust in Europa toenam aan het eind van de achttiende eeuw, maakte die humor plaats voor moraliserende beschouwingen gericht tegen de geest van de eeuw. Vooral door het eerste deel van zijn werk, waarin vroomheid, gevoel en humor samengaan, was Claudius bijzonder geliefd in Nederland. Rhijnvis Feith vertaalde als eerste werk van hem in het tweede deel van zijn ‘Brieven over verscheiden onderwerpen’ (1785). Vertaler Julius Christiaan van Deventer (1824-1892) was conrector aan verscheidene gymnasia, voordat hij in 1864 directeur werd van de H.B.S. in Dordrecht. Dat bleef hij tot zijn dood. Hij was getrouwd met een zuster van Conrad Busken Huet. Van Deventer vertaalde werk van Terentius, Wieland, George Eliot, Thackeray, Macaulay en Taine, daarnaast leverde hij bijdragen aan ‘De Tijdspiegel’, ‘Caecilia’, de ‘Nederlandsche Spectator’ en redigeerde hij het tijdschrift ‘Wetenschappelijke Bladen’.
Op voorraad