€48,00
Praktisch zijn hele werkzame leven heeft de christelijke filantroop en Reveil-man Heldring (Zevenaar 1804 – Marienbad 1876) als dominee gestaan in het Gelderse dorp Hemmen. Van daaruit beoefende hij zijn “praktisch christendom” dat onder meer resulteerde in de vier tehuizen voor vrouwen en meisjes in het naburige Zetten. Bekend werd hij ook door zijn strijd tegen armoede, prostitutie en alcoholisme. Samen met zijn vriend de Lutherse predikant B.T. Lublink Weddik schreef hij ‘Waarheid en Gevoel in het Leven. Briefwisseling tusschen Oudoom Jakob en Pachter Gerhard’ (1837), een werkelijk gevoerde correspondentie, waaruit hun verwantschap met de Duitse humoristische schrijvers Matthias Claudius en Jean Paul (Richter) blijkt. ‘Leven en arbeid’ werd na Heldrings dood door zijn zoon samengesteld uit autobiografische aantekeningen en publicaties. Aan het slot een lijst met al zijn geschriften.
Op voorraad
8°: 9 [1] 356 pp. Op de gegraveerde titelpagina een vignet door Ch. van Kesteren met een afbeelding van het kerkje van Hemmen in 1827 en daartegenover een portret van Heldring, eveneens gegraveerd door Van Kesteren. Papieren omslag, boekblok gebroken. Lit.: Jongejan, De Humor-“Cultus” der Romantiek in Nederland (Zutphen 1933); Kluit, Het Réveil in Nederland (Amsterdam 1936); Mathijsen, De gemaskerde eeuw (Amsterdam 2002); NNBW IV, 721; F. & vd B. p.334
| auteur | |
|---|---|
| Memo | L0246 |