Verstrooide gedichten. Gerard Tjaard Nicolaas Suringar, 1840.
Dit is het negende deel van de verzamelde werken van Tollens die Suringar aan het uitgeven was, nadat de dichter zijn oeuvre opnieuw had geschift en gerangschikt. En opnieuw verzoekt Tollens de verzamelaren “al het overige, als van geener waarde, te verwerpen”.