Nieuwe zoekopdracht

Niet tevreden met de zoekresultaten hieronder? Probeer het dan nogmaals:

20056 zoekresultaten voor:

14851

Pointz et articles des charges proposees contre Guillaume de Hornes, seigneur de Heze, avecq la sentence criminelle & capitale sur icelles rendue. Mons/Haynault, R. Velpius, 1580.

Petit, suppl. 57; vergelijk Knuttel, 548; vergelijk v.d. Wulp 7827. Zeldzaam (2 ex. NCC); Nationaal Biografisch Woordenboek II pag. 329; Belgica Typographica 4026. Betreft het proces tegen Willem van Hoorne ook bekend als Willem van He(e)ze of Willem Hezius (1553-1580). Hij was petekind van Willem van Oranje maar was politiek onbetrouwbaar. Op een gegeven moment had hij het plan de hertog van Parma te arresteren, maar het plan lekte uit en hij werd in kasteel Quesnoy onthoofd.

14852

Deductie voor de heeren van de Ridderschap van Overyssel, nopens de zaak van (…) J.D. van der Capellen tot den Pol en de drostendiensten. Kampen, De Chalmot, 1733 [= 1783].

NNBW I pag. 578; Knuttel 20706. Joan Derk van der Capellen (1741-1784) probeerde in 1767 tevergeefs in de Zutphense ridderschap te worden opgenomen. In 1769 verzocht hij beschreven te worden in de Overijsselse, wat hem in 1772 gelukte na veel weerstand. In 1778 probeerde hij een overblijfsel van de middeleeuwse heerendiensten, de z.g. drostendiensten af te schaffen, wat leidde tot de schorsing van zijn lidmaatschap van de Staten van Overijssel. Hij werd mede hierdoor de leider van de ontevredenen in de Republiek en schreef in 1781 zijn beroemde brochure ‘Aan het volk van Nederland’. In november 1782 werd hij opnieuw toegelaten tot de Staten en in april 1783 werd ter zijne eere een feestmaal aangericht.

14855

Daemonologia ofte verhandelingh van de duyvelen ende tovenaers. Waer in gehandelt wert van haere macht en on-macht. Mitsgaders den quel-duyvel van Mascon, zijnde een waerachtigh verhael van ’t gene eenige jaeren geleden een duyvel gedaen en gesproken heeft in het huys van (…) Fr. Perreaud tot Mascon. Uyt het Frans vertaelt door Gillis van Breen, in sijn leven predikant tot Beverwijck. 2e, vermeerderde, druk, Amsterdam, Jacques Boursse, 1665.

Waller 1337; cf Muller 538 (1e druk); Scheepers I 553. De eerste editie van deze Nederlandse vertaling dateert uit 1658. Francois Perreaud of Perrault (1572-1657) was predikant te Thoiri onder het baljuwschap Gex in Frankrijk. De Daemologia was gepubliceerd te Geneve in het Frans in 1635. Het boekje beschrijft de kwalijke gedragingen van duivels en tovenaars, vooral die van de ‘kwel-duivel’ van Macon, waar deze de huishoudens van de schrijver en van de overige inwoners van de stad lastig viel. De vertaler Gillis van Breen (1584-1662) was predikant te Beverwijk van 1610 tot 1655.$De verhandeling beslaat de pp. 1-164, het verhaal over de quel-duyvel van Macon en een verantwoording van de graaf van Macon beslaan de pagina’s 165-233.

14856

[1] Geuse-kost opgedist in paapse schotelen, handelende van de souvereine oppermagt en heerschappye der Roomsche pausen. z. pl. [= Leiden, Joh. du Vivie], 1725. [gebonden met:] [2] Dominikaansche pastyen, opgedischt in miraculeuse schotels, of brief van D.D. Hollander aan de eerwaarde paters preekheeren, over verscheide door hun verdigte of by hen voor waarheden behelsende uitgestrooide mirakelboeken des Rosen-crans. ’s Gravenhage, N.P. Blommendal, 1744.

[1] Waller 603; Scheepers I 543. [2] STCN: 2 ex. (KB en Londen). De ‘Dominikaansche pastyen …’ zijn zeer zeldzaam. Het pseudoniem D.D. Hollander wordt niet in Van Doorninck en De Kempenaer vermeld.

14857

Papekost, opgedist in Geuse schotelen, handelende van de Pausselyke opkomst, afgodery en beeldendienst, mis, mitsgaders hun val en einde. In Nederduitsche Dichtkonst gebraght. Blokziel, z. n., [= Leiden, J. du Vivie], 1720.

Frederiks / v.d. Branden pag. 758; Knuttel, Verboden boeken, nr. 299; J.W. Koopmans, Papekost (1720) en ander verboden drukwerk in de Ned. Republiek, pp. 9-22 in S. van Voorst, De marge van de vrijheid (2002); A.D. Steenkamp, Laurens van Steversloots Papekost, scriptie Leiden 1989. Laurentius Steversloot (1672-1736) was predikant te Altona, Gouda en vanaf 1716 te Leiden. Hij publiceerde zowel theologische als letterkundige werken. De Papekost, niet genoemd door Frederiks / v.d. Branden, was een groot succes. Minstens vijf edities worden in de STCN vermeld met als uitgeversadres Blokziel 1720. Knuttel noemt het boek ‘Een vuil schotschrift tegen Katholieken, met pornographische prentjes’. Hij deelt mee dat het Hof van Holland op 23-10-1720 het boek verbood wegens ‘seer vuyle lasteringen teeghens … de Roomsche kercke’.

14860

Reglement tegens d’interventien voor fvgitive ende ingedaeghde delinqvanten. ’s Gravenhage, Scheltus, 1670.

Uitgevaardigd door de Staten Generaal d.d. 3-5-1670. In de Meierij van ’s Hertogenbosch laten delinquenten die door het gerecht gedaagd worden soms familie, vrienden of procureurs verschijnen. Voortaan moeten zij in persoon zich komen verantwoorden. Bij zware ziekte of gevangenschap in andere plaatsen dient de zaak te worden aangehouden.

14862

Droeve ghevanckenisse ende blijde uytkomst van Dominicus Sapma (…) vervaet in seeckere brieven, so uyt de ghevanckenisse als oock daer na geschreven, mitgaders een remonstrantie (…) aen (…) burghemeesteren (…) der stadt Amsterdam. z. pl., 1621.

Knuttel 3257; Biogr. lexicon Ned. Protestantisme I pag. 309. Dominicus Sapma (1586-1635) was remonstrants predikant te Hoorn. Na de Synode van Dordrecht (1619) werd hij verbannen, maar werd op 28-8-1621 te Amsterdam aangetroffen en gevangen genomen. Hij werd diverse malen verhoord, maar ondanks bedreiging met de pijnbank noemde hij geen namen van andere remonstranten en geldgevers. Bij een bezoek aan zijn vrouw vluchtte hij uit de gevangenis in haar kleren. De ‘Droeve ghevanckenisse’ is zijn bekendste werk. Deze brieven, in en na zijn gevangenschap geschreven waren veel remonstranten tot bemoediging. Van 1630 tot zijn dood in 1635 was hij weer remonstrants predikant te Hoorn.

14865

Schilderachtige en naauwkeurige brief, van een Amsteldams heer, geschreven aan zyn vrind te Rotterdam, over ’t merkwaardigste dat voorgevallen is te Amsterdam, van den 24ste tot den 29ste Juny 1748. Gedrukt in ’t jaar doen de Amstelaaren op ’s pachters goedren woedend waren [1748].

Knuttel 17910. Spannend verhaal over het pachtersoproer in Amsterdam, met veel bijzonderheden. Namen o.a.: van Loon, Jolles, Knegjes, de Nooy, Bunel, Lubling, Glavinck, Goetval, Mulder, van Goor, van Haaft, Aartsen, Oosten, ‘Mas Anjello’, Bogaart, Alecto.

14868

Hommage a la vérité, contre l’oppression, l’injustice et les rapines du Directoire et de ses representans au Corps-legislatif. Ou appel a leur cruauté pour en obtenir la mort. Par une famille de rentiers et creanciers de l’etat reduit l’agonie du desespoir par l’extreme besoin. Paris, 1799.

Dubreuil was voormalig chirurg-tandarts bij de keizerlijke Instituten te Sint Petersburg en was in 1792 in Frankrijk teruggekomen. De familie had deelgenomen aan de tegen het Directoire gerichte Babeuf-samenzwering. Hierbij werd de journalist en agitator Gracchus Babeuf, de ‘eerste communist’, in 1797 ter dood veroordeeld. Er verschenen in 1799 drie edities van dit boek van Sophie Dubreuil, een van 47 pagina’s, een van 71 pagina’s en het hier aangeboden exemplaar van 112 pagina’s.

14869

Ontledinge van ’t verderffelijck deseyn der hedendaeghsche paus-ghesinde tegen politie en kercke, en alle goede ingesetenen der geunieerde provintien tot waerschouwinge van politijcke, kerkelijcke en alle lief-hebbers des vaderlants, om spoedelijck alle remedien daer tegen te ghebruycken. Al in den jare 1644 gestelt door Maximiliaan Teeling. Na de copye, Groningen, Jan Geertssen, 1666.

Niet bij Knuttel. Slechts 2 ex. in STCN; cf. Biogr. lexicon Ned. protestantisme I pag. 372. Maximiaan Teellinck (1606-1652) was een Oranjegezind predikant te Middelburg. In het Biografisch lexicon Ned. protestantisme wordt een lijstje van zijn publicaties gegeven waarin dit boekje niet voorkomt. De druk uit 1644 staat op naam van Theophilus Philopatris, het pseudoniem van Willem Teellinck (1579-1629), vader van Maximiliaan, en is uitgegeven bij Jan Geertsen te Groningen.

14872

Extract uit het berigt in de Boekzaal der Geleerde Waereldt van Januari 1753, p. 97 etc., vervattende het gerechtelijk onderzoek wegens de uitgestrooide lasteringe ten nadele van Dominus Jacobus Tyken, waardig leeraar in de Gereformeerde gemeente te Amsteldam. Amsterdam, D. Onder de Linden, [1757].

De geruchten over ds. Tijken – het verwekt hebben van een kind bij een getrouwde vrouw – zijn ongegrond gebleken. Zeldzaam pamflet (slechts een ex. in STCN).

14873

Resolutien ende missiven betrefffende d’Heer Arent Sonmans, raedt ende vroedtschap der stadt Rotterdam. Rotterdam, wed. M. Wagens, 1672.

Knuttel 10170 Arent Sonmans, thesausier extraordinaris van Rotterdam, werd beschuldigd de stad Rotterdam aan de Fransen te hebben willen overgeven. Hij vertrok uit de stad, zonder regelingen te hebben getroffen betreffende zijn ambt. Hij schreef enkele brieven aan de vroedschap, deelde mee lichamelijke en geestelijke problemen te hebben, o.a. door het overlijden van zijn vrouw en verzocht om ontslag als thesaurier.

14874

Het Haagsche zeden- en politie-schandaal (de ‘Duitsche Greet-historie’). 3e druk, ’s Gravenhage, F.C. Doornhagen, [1908].

De auteur was Haags correspondent van Het Volk en publiceerde op 25-6-1908 in deze krant over het schandaal en schreef daarna deze brochure. Duitsche Greet, Margarethe Fuhrtrop, vestigde zich ca. 1894 in Den Haag als bordeelhoudster aan de Z.O. Binnensingel 115, later aan de Emmastraat 84. Het was een bordeel waar meisjes van 14 à 15 jaar werkten. In 1899 en 1900 werd zij over de grens gezet maar keerde weer terug. De ex-hoofdinspecteur F.R.N. van Lelyveld was met haar bevriend. De politiecommissarissen Wulfers, Sypkens en Dietz smeedden een complot om de hoofdcommissaris Versteeg te compromiteren. Uiteindelijk werd Van Lelyveld oneervol ontslagen. Ook genoemd: jhr. A.W. van Reigersberg Versluijs, en de bordeelklanten C. Gebel, jhr. Stoop van Strijen, hr. v. Everdingen. Een rol als aangeefster speelde mevr. J.H. de Fremery.

14875

Placaet tegens het schenden en verbreeken van brouwers tonnen en vaet-werk. Middelburg, P. Dathenus, [1739].

Uitgevaardigd door de Staten van Zeeland d.d. 17/21-9-1739. Brouwers-tonnen en half-vaten zijn aan de onderzijde gemerkt zodat men weet uit welke brouwerij deze afkomstig zijn. Men wordt geacht deze, indien leeg, terug te brengen naar de brouwerij, tegen een kleine beloning. Echter worden ze soms voor eigen gebruik benut of verzaagd of de bodem wordt omgekeerd zodat het merk onzichtbaar wordt, waarna ze aan andere brouwerijen verkocht worden. Dit alles wordt nu verboden.

14876

Missive aan (…) F.S. grave van Byland, capitein ter zee in dienste dezer landen (…) over de gehoudene conversatie in ’t Heeren logement te Amsterdam, den 16 november 1783. Amsterdam, P. Schouten, [1784].

NNBW VI, pag. 547; Knuttel 20854. Frederik Sigismund graaf van Bylandt (1749-1828) was kapitein bij de marine en had op 16-11-1783 een twistgesprek gehad met J. Geelvinck (1737-1802), baljuw van Amstelland en Amsterdams regent. Van Bylandt zou zich bij dit gesprek verklaard hebben voor een eenhoofdige regering en zei dat de prins binnenkort wel souverein zou zijn, een uitspraak die veel stof deed opwaaien.

14877

Reglement van de H. Heeren borgemeesteren ende raadt der stadt Groningen op het kloppen van bloedt-vrienden ende nabuyrs-vrouwen in cas van eenige verlossinge der kraamvrouwers. Hoe groot de tractementen als dan sullen werden gedaen ende hoeverre men in de bekentmakinge der verlossingen zal mogen treden. Groningen, J. Barlinck-hof, [1710].

Uitgevaardigd 6-9-1710. Naar aanleiding van ‘buiten-sporigheden’ met hoge kosten bij verlossingen wordt verboden dat bij een bevalling meer dan twee ‘nabuirs vrouwens’ worden geklopt. Van de familie alleen volle nichten. Geen banketten, confituren etc. geven. Bekendmakingen van de bevalling niet verder dan tot de zesde graad.

14878

d’Ontdeckte ambassade van de Groot, ambassadeur in Vranckrijck. Waer in ’t geheym van sijn secrete handelingh met sijn complicen vertoont wert. In ’t licht gegeven door een liefhebber der waerheyt. Na de copye tot Parijs, bij Do Hartogh, in ’t Moord-jaer 1672.

Knuttel 10466. Pieter de Groot (1615-1678), tweede zoon van Hugo de Groot, was Nederlands gezant in Frankrijk en voerde in 1672 mislukte onderhandelingen met Lodewijk XIV over de Nederlandse capitulatie. Dit werd hem niet in dank afgenomen. Aan het slot een aantal opmerkingen over de moord op de gebroeders De Witt. In 1675 werd De Groot van hoogverraad beschuldigd vanwege zijn compromitterende correspondentie met Abraham de Wicquefort.